onesie
US /ˈwʌn.zi/
UK /ˈwʌn.zi/
1.
onesie, huispak
a loose-fitting, all-in-one garment for adults, similar to a baby's sleepsuit
:
•
She wore a cozy animal-themed onesie to the pajama party.
Ze droeg een knusse onesie met dierenthema naar het pyjamafeestje.
•
My kids love wearing their soft onesies around the house on weekends.
Mijn kinderen dragen in het weekend graag hun zachte onesies in huis.
2.
rompertje, babypakje
a one-piece garment for infants, typically covering the torso and legs, often with snaps at the crotch for easy diaper changes
:
•
The baby looked adorable in her new striped onesie.
De baby zag er schattig uit in haar nieuwe gestreepte rompertje.
•
We bought a cute little onesie as a gift for the newborn.
We kochten een schattig klein rompertje als cadeau voor de pasgeborene.