on the shelf
US /ɑn ðə ʃɛlf/
UK /ɑn ðə ʃɛlf/
1.
aan de kant, ongetrouwd blijven
no longer considered attractive or useful, especially for marriage (often used for women)
:
•
She worried about being left on the shelf as she got older.
Ze maakte zich zorgen dat ze aan de kant zou worden gezet naarmate ze ouder werd.
•
Many women feel pressure not to be left on the shelf.
Veel vrouwen voelen de druk om niet aan de kant te worden gezet.
2.
op de plank, uitgesteld
not being used or considered for a long time
:
•
The old project has been sitting on the shelf for years.
Het oude project ligt al jaren op de plank.
•
His brilliant idea was put on the shelf due to lack of funding.
Zijn briljante idee werd op de plank gelegd wegens gebrek aan financiering.