oblong
US /ˈɑː.blɑːŋ/
UK /ˈɑː.blɑːŋ/
1.
langwerpig, ovaal
having an elongated shape, typically with parallel sides and rounded ends
:
•
The table was oblong, not perfectly round.
De tafel was langwerpig, niet perfect rond.
•
She wore an oblong pendant around her neck.
Ze droeg een langwerpige hanger om haar nek.
1.
langwerpig object, ovaal
an object or shape that is oblong
:
•
The artist preferred to paint on an oblong rather than a square canvas.
De kunstenaar gaf er de voorkeur aan om op een langwerpig doek te schilderen in plaats van een vierkant.
•
The package was an unusual oblong, making it hard to wrap.
Het pakket was een ongebruikelijke langwerpig, waardoor het moeilijk in te pakken was.