nonagenarian
US /ˌnɑː.nə.dʒəˈner.i.ən/
UK /ˌnɑː.nə.dʒəˈner.i.ən/

1.
negentiger
a person who is between 90 and 99 years old, inclusive.
:
•
My grandmother, a proud nonagenarian, still enjoys gardening every day.
Mijn grootmoeder, een trotse negentiger, geniet nog steeds elke dag van tuinieren.
•
The town celebrated its oldest resident, a lively nonagenarian who shared stories of the past century.
De stad vierde haar oudste inwoner, een levendige negentiger die verhalen deelde over de vorige eeuw.
1.
negentiger, negentigjarig
of or relating to a person between 90 and 99 years old.
:
•
The study focused on the health benefits of exercise for the nonagenarian population.
De studie richtte zich op de gezondheidsvoordelen van lichaamsbeweging voor de negentiger bevolking.
•
She received a special award for her nonagenarian achievements in community service.
Ze ontving een speciale prijs voor haar negentiger prestaties in gemeenschapsdienst.