morality
US /məˈræl.ə.t̬i/
UK /məˈræl.ə.t̬i/

1.
moraliteit, moraal, zeden
principles concerning the distinction between right and wrong or good and bad behavior
:
•
The debate touched upon issues of ethics and morality.
Het debat raakte aan kwesties van ethiek en moraliteit.
•
He questioned the morality of their actions.
Hij trok de moraliteit van hun daden in twijfel.
2.
moraal, waardenstelsel
a particular system of values and principles of conduct, especially one held by a specified person or society
:
•
Different cultures often have different systems of morality.
Verschillende culturen hebben vaak verschillende systemen van moraliteit.
•
His personal morality guided his decisions.
Zijn persoonlijke moraliteit leidde zijn beslissingen.