let yourself go
US /lɛt jərˈsɛlf ɡoʊ/
UK /lɛt jərˈsɛlf ɡoʊ/

1.
zich laten gaan, zich verwaarlozen
to become less careful about your appearance or health
:
•
After he retired, he really let himself go and gained a lot of weight.
Nadat hij met pensioen ging, liet hij zich echt gaan en kwam veel aan.
•
She used to be so stylish, but lately, she's really let herself go.
Ze was altijd zo stijlvol, maar de laatste tijd heeft ze zich echt laten gaan.
2.
zich laten gaan, ontspannen
to allow yourself to relax completely and enjoy something
:
•
The music was so good, I just had to let myself go and dance.
De muziek was zo goed, ik moest me gewoon laten gaan en dansen.
•
It's important to sometimes let yourself go and enjoy the moment.
Het is belangrijk om je soms te laten gaan en van het moment te genieten.