Betekenis van het woord lens in het Nederlands
Wat betekent lens in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
lens
US /lenz/
UK /lenz/

Zelfstandig Naamwoord
1.
lens, objectief
a piece of glass or other transparent material with curved sides for concentrating or dispersing light rays, used in optical instruments.
Voorbeeld:
•
The camera has a high-quality lens.
De camera heeft een hoogwaardige lens.
•
He adjusted the lens to focus on the distant object.
Hij stelde de lens scherp op het verre object.
2.
ooglens
the transparent part of the eye that focuses light on the retina.
Voorbeeld:
•
The eye's natural lens helps us see clearly.
De natuurlijke lens van het oog helpt ons helder te zien.
•
Cataracts can cloud the eye's lens.
Staartjes kunnen de lens van het oog vertroebelen.
Werkwoord
1.
van lenzen voorzien, uitrusten met een lens
to provide (a camera or other optical instrument) with a lens or lenses.
Voorbeeld:
•
The new telescope was lensed with advanced optics.
De nieuwe telescoop was voorzien van lenzen met geavanceerde optiek.
•
The photographer carefully lensed his camera for the portrait shot.
De fotograaf voorzag zijn camera zorgvuldig van een lens voor de portretopname.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: