kitchen

US /ˈkɪtʃ.ən/
UK /ˈkɪtʃ.ən/
"kitchen" picture
1.

keuken

a room or area where food is prepared and cooked

:
She spent the morning cleaning the kitchen.
Ze bracht de ochtend door met het schoonmaken van de keuken.
The new house has a spacious kitchen with an island.
Het nieuwe huis heeft een ruime keuken met een eiland.