Betekenis van het woord khaki in het Nederlands
Wat betekent khaki in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
khaki
US /ˈkæ.ki/
UK /ˈkæ.ki/

Zelfstandig Naamwoord
1.
khaki, khakistof
a strong fabric of a dull brownish-yellow color, used especially for military uniforms and work clothes
Voorbeeld:
•
The soldier's uniform was made of durable khaki.
Het uniform van de soldaat was gemaakt van duurzaam khaki.
•
She prefers trousers made of khaki for outdoor activities.
Ze geeft de voorkeur aan broeken van khaki voor buitenactiviteiten.
Bijvoeglijk Naamwoord
1.
khaki, bruingeel
of a dull brownish-yellow color
Voorbeeld:
•
He wore a pair of khaki shorts.
Hij droeg een khaki korte broek.
•
The walls were painted a light khaki.
De muren waren licht khaki geverfd.
Leer dit woord op Lingoland