Betekenis van het woord it in het Nederlands
Wat betekent it in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
it
US /ɪt/
UK /ɪt/

Voornaamwoord
1.
het, dat
used to refer to a thing previously mentioned or easily identified
Voorbeeld:
•
Look at that car; it's brand new.
Kijk naar die auto; hij is gloednieuw.
•
The book is on the table; please pick it up.
Het boek ligt op tafel; pak het alsjeblieft op.
2.
het
used to refer to an animal or baby of unspecified sex
Voorbeeld:
•
The cat purred as it rubbed against my leg.
De kat spinde terwijl het langs mijn been wreef.
•
The baby cried until it was fed.
De baby huilde totdat het gevoed werd.
3.
het
used as the subject of a verb referring to a general fact or to a situation or an action
Voorbeeld:
•
It's raining outside.
Het regent buiten.
•
It's important to be honest.
Het is belangrijk om eerlijk te zijn.
Zelfstandig Naamwoord
1.
het, de situatie
the situation or circumstances
Voorbeeld:
•
How's it going?
Hoe gaat het?
•
Let's get it done.
Laten we het doen.
Leer dit woord op Lingoland