Betekenis van het woord island in het Nederlands

Wat betekent island in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

island

US /ˈaɪ.lənd/
UK /ˈaɪ.lənd/
"island" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

eiland

a piece of land surrounded by water

Voorbeeld:
We spent our vacation on a beautiful tropical island.
We brachten onze vakantie door op een prachtig tropisch eiland.
The small island was only accessible by boat.
Het kleine eiland was alleen per boot bereikbaar.
2.

eiland, verkeerseiland

a raised area or structure, typically isolated or distinct from its surroundings

Voorbeeld:
The kitchen has a large central island with a sink.
De keuken heeft een groot centraal eiland met een gootsteen.
Pedestrians waited on the traffic island for the light to change.
Voetgangers wachtten op het verkeerseiland tot het licht veranderde.
Leer dit woord op Lingoland