intensely

US /ɪnˈtens.li/
UK /ɪnˈtens.li/
"intensely" picture
1.

intens, krachtig

with extreme force or great strength

:
The sun shone intensely, making it difficult to see.
De zon scheen intens, waardoor het moeilijk was om te zien.
He worked intensely on the project to meet the deadline.
Hij werkte intensief aan het project om de deadline te halen.
2.

intens, diep

with great feeling or emotion

:
She listened intensely to every word he said.
Ze luisterde intens naar elk woord dat hij zei.
He felt the pain intensely.
Hij voelde de pijn intens.