Betekenis van het woord insurance in het Nederlands
Wat betekent insurance in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
insurance
US /ɪnˈʃɝː.əns/
UK /ɪnˈʃɝː.əns/

Zelfstandig Naamwoord
1.
verzekering
an arrangement by which a company or the state undertakes to provide a guarantee of compensation for specified loss, damage, illness, or death in return for payment of a specified premium.
Voorbeeld:
•
I need to get car insurance before I can drive.
Ik moet een autoverzekering afsluiten voordat ik kan rijden.
•
Health insurance is essential for unexpected medical expenses.
Ziektekostenverzekering is essentieel voor onverwachte medische kosten.
2.
verzekeringswezen
the business of providing insurance.
Voorbeeld:
•
The insurance industry is highly regulated.
De verzekeringssector is sterk gereguleerd.
•
Many companies offer various types of insurance.
Veel bedrijven bieden verschillende soorten verzekeringen aan.
Leer dit woord op Lingoland