in preference to
US /ɪn ˈpref.ər.əns tuː/
UK /ɪn ˈpref.ər.əns tuː/

1.
in plaats van, boven
rather than; instead of
:
•
She chose to study art in preference to science.
Ze koos ervoor om kunst te studeren in plaats van wetenschap.
•
We decided to walk in preference to taking a taxi.
We besloten te lopen in plaats van een taxi te nemen.