in a huff
US /ɪn ə hʌf/
UK /ɪn ə hʌf/

1.
in een vlaag van woede, boos, gekwetst
in a fit of pique or resentment; in an angry or offended manner
:
•
She walked out in a huff after the argument.
Ze liep in een vlaag van woede weg na de ruzie.
•
He left the meeting in a huff when his ideas were rejected.
Hij verliet de vergadering in een vlaag van woede toen zijn ideeën werden afgewezen.