hence
US /hens/
UK /hens/
1.
vandaar, daarom, dus
as a consequence; for this reason.
:
•
The cost of transport is a major expense, hence the need to subsidize the railway system.
De transportkosten zijn een grote uitgave, vandaar de noodzaak om het spoorwegsysteem te subsidiëren.
•
He's not feeling well, hence his absence from work today.
Hij voelt zich niet goed, vandaar zijn afwezigheid op het werk vandaag.
2.
vanaf nu, over
from this time; from now on.
:
•
Two years hence, he will be eligible for retirement.
Twee jaar vanaf nu, zal hij in aanmerking komen voor pensioen.
•
The meeting will take place a week hence.
De vergadering zal een week vanaf nu plaatsvinden.