have something on the brain
US /hæv ˈsʌmθɪŋ ɑn ðə breɪn/
UK /hæv ˈsʌmθɪŋ ɑn ðə breɪn/

1.
iets op de hersenen hebben, ergens mee bezig zijn
to be unable to stop thinking or talking about something
:
•
He's been having something on the brain about his new project all week.
Hij heeft de hele week al iets op zijn hersenen over zijn nieuwe project.
•
Ever since she got the promotion, she's had nothing but work on the brain.
Sinds ze de promotie kreeg, heeft ze niets anders dan werk op haar hersenen gehad.