gray matter
US /ˈɡreɪ ˌmætər/
UK /ˈɡreɪ ˌmætər/
1.
grijze stof
the darker tissue of the brain and spinal cord, consisting mainly of nerve cell bodies and branching dendrites
:
•
Damage to the gray matter can impair cognitive functions.
Schade aan de grijze stof kan cognitieve functies aantasten.
•
Scientists are studying how exercise affects the development of gray matter in children.
Wetenschappers onderzoeken hoe lichaamsbeweging de ontwikkeling van grijze stof bij kinderen beïnvloedt.
2.
hersens, intellect
intelligence; intellect
:
•
You'll need to use your gray matter to solve this puzzle.
Je zult je hersens moeten gebruiken om deze puzzel op te lossen.
•
It takes a lot of gray matter to become a successful scientist.
Er is veel grijze stof voor nodig om een succesvolle wetenschapper te worden.