fantastically
US /fænˈtæs.tɪ.kəl.i/
UK /fænˈtæs.tɪ.kəl.i/
1.
fantastisch, wonderbaarlijk
in a fantastic manner; in a way that is imaginative or fanciful
:
•
The artist painted the scene fantastically, with vibrant colors and surreal elements.
De kunstenaar schilderde de scène fantastisch, met levendige kleuren en surrealistische elementen.
•
The story unfolded fantastically, with unexpected twists and turns.
Het verhaal ontvouwde zich fantastisch, met onverwachte wendingen.
2.
fantastisch, uitstekend
to an extreme or impressive extent; extremely well
:
•
The team performed fantastically in the championship game.
Het team presteerde fantastisch in de kampioenswedstrijd.
•
The new restaurant is doing fantastically well.
Het nieuwe restaurant doet het fantastisch goed.