extravagant

US /ɪkˈstræv.ə.ɡənt/
UK /ɪkˈstræv.ə.ɡənt/
"extravagant" picture
1.

extravagant, verkwistend, uitbundig

lacking restraint in spending money or using resources

:
The couple lived an extravagant lifestyle, spending lavishly on luxury goods.
Het stel leidde een extravagante levensstijl en gaf rijkelijk uit aan luxegoederen.
His gifts were always very extravagant, often costing a fortune.
Zijn cadeaus waren altijd erg extravagant, vaak kostten ze een fortuin.
2.

buitensporig, overdreven, onredelijk

exceeding what is reasonable or appropriate

:
The artist used an extravagant amount of paint for the mural.
De kunstenaar gebruikte een buitensporige hoeveelheid verf voor de muurschildering.
Her claims were so extravagant that no one believed her.
Haar beweringen waren zo buitensporig dat niemand haar geloofde.