expected
US /ɪkˈspek.tɪd/
UK /ɪkˈspek.tɪd/
1.
verwacht
regarded as likely to happen or arrive
:
•
The expected arrival time is 3 PM.
De verwachte aankomsttijd is 15.00 uur.
•
It was the expected outcome of the negotiations.
Het was de verwachte uitkomst van de onderhandelingen.
1.
verwachten
considered likely or certain to happen
:
•
He expected to win the race.
Hij verwachtte de race te winnen.
•
We expected them to arrive earlier.
We verwachtten dat ze eerder zouden aankomen.