exiguous
US /ɪɡˈzɪɡ.ju.əs/
UK /ɪɡˈzɪɡ.ju.əs/

1.
karig, gering, schraal
very small in size or amount; scanty
:
•
The company operated on an exiguous budget, making every penny count.
Het bedrijf opereerde met een karig budget, waardoor elke cent telde.
•
The evidence presented was exiguous and not enough to convict him.
Het gepresenteerde bewijs was gering en niet voldoende om hem te veroordelen.