evenly
US /ˈiː.vən.li/
UK /ˈiː.vən.li/
1.
gelijkmatig, egaal
in a regular or smooth way
:
•
Spread the butter evenly over the toast.
Smeer de boter gelijkmatig over de toast.
•
The paint was applied evenly, leaving no streaks.
De verf werd gelijkmatig aangebracht, zonder strepen achter te laten.
2.
gelijkelijk, evenredig
in equal shares or proportions
:
•
The profits were divided evenly among the partners.
De winst werd gelijkelijk verdeeld onder de partners.
•
They finished the race evenly, with both runners crossing the line at the same time.
Ze eindigden de race gelijk, waarbij beide lopers tegelijkertijd de finishlijn passeerden.