epiphany
US /ɪˈpɪf.ən.i/
UK /ɪˈpɪf.ən.i/
1.
openbaring, inzicht, aha-moment
a moment of sudden and great revelation or realization
:
•
He had an epiphany while meditating, realizing the true meaning of life.
Hij had een openbaring tijdens het mediteren, waarbij hij de ware betekenis van het leven besefte.
•
The discovery of the new evidence was an epiphany for the detective.
De ontdekking van het nieuwe bewijs was een openbaring voor de detective.
2.
Driekoningen, Epifanie
(in the Christian Church) the manifestation of Christ to the Gentiles as represented by the Magi (Matthew 2:1–12).
:
•
Christians celebrate Epiphany on January 6th.
Christenen vieren Driekoningen op 6 januari.
•
The Feast of the Epiphany commemorates the visit of the Magi to the infant Jesus.
Het feest van Driekoningen herdenkt het bezoek van de Wijzen aan het kindje Jezus.