economical with the truth
US /ˌiːkəˈnɑːmɪkl wɪð ðə truːθ/
UK /ˌiːkəˈnɑːmɪkl wɪð ðə truːθ/
1.
zuinig met de waarheid omgaan, niet de hele waarheid vertellen
to not tell the complete truth; to lie or mislead someone by omitting important facts
:
•
The politician was accused of being economical with the truth during the interview.
De politicus werd ervan beschuldigd zuinig met de waarheid om te gaan tijdens het interview.
•
When asked about the missing funds, the accountant was clearly economical with the truth.
Toen hem naar de ontbrekende fondsen werd gevraagd, was de accountant duidelijk zuinig met de waarheid.