dorm
US /dɔːrm/
UK /dɔːrm/
1.
slaapzaal, studentenhuis
a large bedroom for a number of people in a school or institution
:
•
The students shared a large dorm on campus.
De studenten deelden een grote slaapzaal op de campus.
•
My first year at college, I lived in a dorm.
Mijn eerste jaar op de universiteit woonde ik in een studentenhuis.