donor
US /ˈdoʊ.nɚ/
UK /ˈdoʊ.nɚ/
1.
donor, schenker
a person who gives something, especially money, to a charity or other organization
:
•
The hospital relies heavily on the generosity of private donors.
Het ziekenhuis is sterk afhankelijk van de vrijgevigheid van particuliere donoren.
•
Many anonymous donors contributed to the relief fund.
Veel anonieme donoren hebben bijgedragen aan het hulpfonds.
2.
donor
a person from whom blood or an organ is taken for transfusion or transplantation
:
•
He became an organ donor after his death.
Hij werd na zijn dood orgaandonor.
•
Finding a compatible blood donor is crucial for the patient.
Het vinden van een compatibele bloeddonor is cruciaal voor de patiënt.