doe

US /doʊ/
UK /doʊ/
"doe" picture
1.

hinde, ree

a female deer, especially a fallow deer or roe deer.

:
The hunter spotted a doe and her fawn near the stream.
De jager zag een hinde en haar kalfje bij de beek.
The doe led her young through the tall grass.
De hinde leidde haar jongen door het hoge gras.
2.

voedster, hazin

a female rabbit or hare.

:
The doe gave birth to a litter of kits.
De voedster beviel van een nestje jongen.
We saw a wild doe hopping across the field.
We zagen een wilde voedster over het veld huppelen.