deadly

US /ˈded.li/
UK /ˈded.li/
"deadly" picture
1.

dodelijk

causing or able to cause death

:
•
The cobra's venom is deadly.
Het gif van de cobra is dodelijk.
•
He suffered a deadly blow to the head.
Hij kreeg een dodelijk klap op het hoofd.
:
fatallethalmortalkillingterminal
2.

uiterst effectief, zeer nauwkeurig

extremely thorough or effective

:
•
She delivered a deadly accurate shot.
Ze leverde een dodelijk nauwkeurig schot.
•
His wit was deadly, leaving everyone speechless.
Zijn humor was dodelijk, waardoor iedereen sprakeloos achterbleef.
:
effectivepotentpowerfuldevastatingformidable
1.

dodelijk, uitermate

to an extreme or excessive degree

:
•
He was deadly serious about his threat.
Hij was dodelijk serieus over zijn dreigement.
•
The air was deadly still.
De lucht was dodelijk stil.
:
extremelyexceedinglyexceptionallyterriblyawfully