cutoffs
US /ˈkʌt̬ˈɔfs/
UK /ˈkʌt̬ˈɔfs/
1.
afsnijpunten, grenzen
the point at which something stops or is limited
:
•
The cutoffs for admission to the program are very high.
De afsnijpunten voor toelating tot het programma zijn erg hoog.
•
We need to establish clear cutoffs for project phases.
We moeten duidelijke afsnijpunten vaststellen voor projectfasen.
2.
afgeknipte broeken, shorts
shorts made by cutting off the legs of a pair of trousers or jeans
:
•
She wore denim cutoffs and a tank top to the beach.
Ze droeg denim afgeknipte broeken en een tanktop naar het strand.
•
He spent the summer living in his favorite old cutoffs.
Hij bracht de zomer door in zijn favoriete oude afgeknipte broeken.