contentious
US /kənˈten.tʃəs/
UK /kənˈten.tʃəs/

1.
omstreden, controversieel
causing or likely to cause an argument; controversial
:
•
The new policy proved to be highly contentious.
Het nieuwe beleid bleek zeer omstreden te zijn.
•
He made a contentious remark that angered many people.
Hij maakte een omstreden opmerking die veel mensen boos maakte.
2.
ruzieachtig, twistziek
fond of arguing; quarrelsome
:
•
He has a very contentious personality, always looking for an argument.
Hij heeft een zeer ruzieachtig karakter, altijd op zoek naar een discussie.
•
Avoid discussing contentious topics with him if you want peace.
Vermijd het bespreken van ruzieachtige onderwerpen met hem als je vrede wilt.