commonly
US /ˈkɑː.mən.li/
UK /ˈkɑː.mən.li/

1.
vaak, meestal, algemeen
frequently; usually
:
•
It's commonly known that exercise is good for health.
Het is algemeen bekend dat lichaamsbeweging goed is voor de gezondheid.
•
These birds are commonly found near lakes.
Deze vogels worden vaak gevonden in de buurt van meren.
2.
gezamenlijk, gewoonlijk
in a common or shared manner
:
•
They commonly agreed on the terms of the contract.
Ze waren het gezamenlijk eens over de voorwaarden van het contract.
•
The two species commonly share the same habitat.
De twee soorten delen gewoonlijk hetzelfde leefgebied.