colored

US /ˈkʌl.ɚd/
UK /ˈkʌl.ɚd/
"colored" picture
1.

gekleurd

having a color or colors; not black, white, or gray

:
The children used colored pencils to draw.
De kinderen gebruikten gekleurde potloden om te tekenen.
She prefers to wear colored clothes rather than plain ones.
Ze draagt liever gekleurde kleding dan effen kleding.
2.

gekleurd, van kleur

(dated, offensive) of a race other than the white race, especially black

:
The term 'colored' is now considered offensive when referring to people.
De term 'gekleurd' wordt nu als beledigend beschouwd wanneer het om mensen gaat.
Historically, 'colored' was used in some countries to describe people of mixed race or non-white ancestry.
Historisch gezien werd 'gekleurd' in sommige landen gebruikt om mensen van gemengd ras of niet-witte afkomst te beschrijven.
1.

gekleurd, geverfd

past participle of color

:
The artist colored the sky blue.
De kunstenaar kleurde de lucht blauw.
The fabric was carefully colored to achieve the desired shade.
De stof werd zorgvuldig gekleurd om de gewenste tint te bereiken.