collusive
US /kəˈluː.sɪv/
UK /kəˈluː.sɪv/

1.
heimelijk, samenzweerderig
acting in collusion; conspiring
:
•
The two companies were accused of collusive bidding to fix prices.
De twee bedrijven werden beschuldigd van heimelijke biedingen om prijzen vast te stellen.
•
The investigation revealed a collusive agreement between the suppliers.
Het onderzoek onthulde een heimelijke overeenkomst tussen de leveranciers.