coffee maker
US /ˈkɑː.fi ˌmeɪ.kər/
UK /ˈkɑː.fi ˌmeɪ.kər/

1.
koffiezetapparaat
a machine for brewing coffee
:
•
I need to buy a new coffee maker for the office.
Ik moet een nieuw koffiezetapparaat kopen voor op kantoor.
•
The coffee maker is broken, so we can't have fresh coffee.
Het koffiezetapparaat is kapot, dus we kunnen geen verse koffie zetten.