climate
US /ˈklaɪ.mət/
UK /ˈklaɪ.mət/

1.
klimaat
the long-term average weather conditions prevailing in an area
:
•
The desert has a hot, dry climate.
De woestijn heeft een heet, droog klimaat.
•
Changes in global climate are affecting sea levels.
Veranderingen in het wereldwijde klimaat beïnvloeden de zeespiegel.
2.
klimaat, sfeer
the prevailing tendency or spirit of public opinion, taste, or feeling
:
•
The current political climate is very tense.
Het huidige politieke klimaat is erg gespannen.
•
There's a positive climate for investment in the region.
Er is een positief klimaat voor investeringen in de regio.