cherry picker

US /ˈtʃɛr.i ˌpɪk.ər/
UK /ˈtʃɛr.i ˌpɪk.ər/
"cherry picker" picture
1.

kersenplukker

a person who picks cherries

:
The cherry picker carefully selected the ripest fruits from the tree.
De kersenplukker selecteerde zorgvuldig de rijpste vruchten van de boom.
Being a cherry picker requires patience and a good eye for ripeness.
Een kersenplukker zijn vereist geduld en een goed oog voor rijpheid.
2.

cherry picker, opportunist

a person who selects only the best or most desirable items from a range of choices, often to the detriment of others

:
He's a real cherry picker when it comes to choosing tasks; he always takes the easiest ones.
Hij is een echte cherry picker als het gaat om het kiezen van taken; hij neemt altijd de gemakkelijkste.
The company was accused of cherry picking the most profitable clients.
Het bedrijf werd beschuldigd van het cherry picken van de meest winstgevende klanten.
3.

hoogwerker, kersenplukker

a mechanical device consisting of a long, jointed arm with a bucket or cage at the end, used for lifting people to high places, especially for maintenance work

:
The workers used a cherry picker to repair the streetlights.
De arbeiders gebruikten een hoogwerker om de straatverlichting te repareren.
A cherry picker is essential for reaching high branches during tree trimming.
Een hoogwerker is essentieel om hoge takken te bereiken tijdens het snoeien van bomen.