bin
US /bɪn/
UK /bɪn/

1.
bak, vuilnisbak
a container for rubbish
:
•
Please put the empty bottles in the recycling bin.
Gooi de lege flessen alstublieft in de recyclingbak.
•
The kitchen bin is full.
De keukenafvalbak is vol.
1.
weggooien, verwijderen
to dispose of something by putting it in a bin
:
•
I need to bin these old newspapers.
Ik moet deze oude kranten weggooien.
•
Just bin the empty packaging.
Gooi de lege verpakking gewoon weg.