benevolent
US /bəˈnev.əl.ənt/
UK /bəˈnev.əl.ənt/

1.
welwillend, goedaardig, vriendelijk
well meaning and kindly
:
•
The benevolent king was loved by all his subjects.
De welwillende koning werd door al zijn onderdanen geliefd.
•
She had a benevolent smile that put everyone at ease.
Ze had een welwillende glimlach die iedereen op zijn gemak stelde.