bedside

US /ˈbed.saɪd/
UK /ˈbed.saɪd/
"bedside" picture
1.

nachtkastje, bedzijde

the area next to a bed

:
She placed the book on her bedside table.
Ze legde het boek op haar nachtkastje.
The nurse stayed at the patient's bedside all night.
De verpleegster bleef de hele nacht aan het bed van de patiënt.
1.

aan het bed, naast het bed

at or by the side of a bed

:
He kept a glass of water bedside.
Hij hield een glas water naast zijn bed.
The doctor performed a bedside examination.
De dokter voerde een bedside onderzoek uit.