baritone
US /ˈber.ə.toʊn/
UK /ˈber.ə.toʊn/
1.
bariton
a male singing voice between tenor and bass
:
•
The choir needs a strong baritone for the upcoming performance.
Het koor heeft een sterke bariton nodig voor de komende uitvoering.
•
His rich baritone filled the concert hall.
Zijn rijke bariton vulde de concertzaal.
2.
bariton, baritonzanger
a singer with a baritone voice
:
•
The opera featured a renowned baritone in the lead role.
De opera bevatte een gerenommeerde bariton in de hoofdrol.
•
He is considered one of the greatest baritones of his generation.
Hij wordt beschouwd als een van de grootste baritons van zijn generatie.
1.
bariton
denoting a male singing voice between tenor and bass
:
•
He has a deep baritone voice.
Hij heeft een diepe baritonstem.
•
The opera requires a baritone lead.
De opera vereist een baritonhoofdrol.