awkwardly

US /ˈɑː.kwɚd.li/
UK /ˈɑː.kwɚd.li/
"awkwardly" picture
1.

ongemakkelijk, onhandig

in a way that is difficult to do or manage

:
He tried to open the door awkwardly with one hand.
Hij probeerde de deur ongemakkelijk met één hand te openen.
The large package was carried awkwardly down the narrow hallway.
Het grote pakket werd ongemakkelijk door de smalle gang gedragen.
2.

ongemakkelijk, genant

in a way that causes embarrassment or discomfort

:
The silence hung awkwardly between them.
De stilte hing ongemakkelijk tussen hen in.
He smiled awkwardly, unsure of what to say.
Hij glimlachte ongemakkelijk, niet zeker wat hij moest zeggen.