arts
US /ɑrts/
UK /ɑrts/
1.
kunsten
the various branches of creative activity, such as painting, music, literature, and dance
:
•
She has a passion for the arts, especially classical music.
Ze heeft een passie voor de kunsten, vooral klassieke muziek.
•
The city is known for its vibrant arts scene.
De stad staat bekend om haar levendige kunstscene.
2.
geesteswetenschappen, kunsten
subjects of study primarily concerned with human culture, as distinguished from scientific or technical subjects
:
•
She decided to major in liberal arts at university.
Ze besloot zich te specialiseren in de vrije kunsten aan de universiteit.
•
The faculty of arts offers a wide range of courses.
De faculteit der kunsten biedt een breed scala aan cursussen.