adjuvant
US /ˈædʒ.ə.vənt/
UK /ˈædʒ.ə.vənt/

1.
adjuvans, hulpstof
a substance which enhances the body's immune response to an antigen.
:
•
The vaccine contains an adjuvant to boost its effectiveness.
Het vaccin bevat een adjuvans om de effectiviteit te verhogen.
•
Certain chemicals can act as adjuvants in agricultural sprays.
Bepaalde chemicaliën kunnen als adjuvantia fungeren in landbouwsproeistoffen.
1.
adjuvant, ondersteunend
assisting or enhancing the action of a primary medical treatment, drug, or other agent.
:
•
Adjuvant therapy is often used after surgery to prevent cancer recurrence.
Adjuvante therapie wordt vaak na een operatie gebruikt om herhaling van kanker te voorkomen.
•
The drug has an adjuvant effect when combined with other medications.
Het medicijn heeft een adjuvante werking in combinatie met andere medicijnen.