Betekenis van het woord tree in het Nederlands
Wat betekent tree in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
tree
US /triː/
UK /triː/

Zelfstandig Naamwoord
1.
boom
a woody perennial plant, typically having a single stem or trunk growing to a considerable height and bearing lateral branches at some distance from the ground.
Voorbeeld:
•
The old oak tree stood tall in the forest.
De oude eikenboom stond hoog in het bos.
•
Birds built a nest in the branches of the tree.
Vogels bouwden een nest in de takken van de boom.
2.
boom, diagram
a diagram with a structure of branching connections, for example, a family tree or a decision tree.
Voorbeeld:
•
We traced our ancestry using a family tree.
We hebben onze afkomst getraceerd met behulp van een stamboom.
•
The software uses a decision tree to analyze data.
De software gebruikt een beslissingsboom om gegevens te analyseren.
Werkwoord
1.
de boom injagen, opjagen
to force (a person or animal) up a tree.
Voorbeeld:
•
The dog treed the squirrel, trapping it on a high branch.
De hond joeg de eekhoorn de boom in, waardoor hij op een hoge tak vast kwam te zitten.
•
The hunters treed the bear, making it easier to capture.
De jagers joegen de beer de boom in, waardoor het gemakkelijker werd om hem te vangen.
Leer dit woord op Lingoland