shunt
US /ʃʌnt/
UK /ʃʌnt/
1.
rangeren
push or pull (a train or part of a train) from one line of rails to another
:
•
The locomotive will shunt the carriages to a different track.
De locomotief zal de rijtuigen naar een ander spoor rangeren.
•
They had to shunt the train to allow another one to pass.
Ze moesten de trein rangeren om een andere te laten passeren.
2.
verschuiven, verplaatsen
move or cause to move into a different place or direction
:
•
He was shunted from one department to another.
Hij werd van de ene afdeling naar de andere geschoven.
•
The car was shunted off the road by the impact.
De auto werd door de impact van de weg geschoven.
1.
shunt, omleiding
a device that diverts something, especially an electric current or a flow of water, from its main path
:
•
The electrician installed a shunt to protect the circuit.
De elektricien installeerde een shunt om het circuit te beschermen.
•
A surgical shunt was used to drain excess fluid.
Een chirurgische shunt werd gebruikt om overtollig vocht af te voeren.