Engels-Nederlands Woordenboek

Betekenis van het woord loop in het Nederlands

Wat betekent loop in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

loop

US /luːp/
UK /luːp/
"loop" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

lus, kring

a shape produced by a curve that bends around and crosses itself, or by a piece of string, wire, etc., that is bent into a curve and has its ends crossed or joined

Voorbeeld:
•
Tie the rope into a loop.
Knoop het touw in een lus.
•
The road makes a wide loop around the mountain.
De weg maakt een wijde lus rond de berg.
Synoniem:
coilringcirclecurvebend
2.

loop, herhaling

a continuous piece of film, tape, or wire that allows a sound or image to be repeated continuously

Voorbeeld:
•
The song was on a continuous loop.
Het lied stond op een continue loop.
•
They played the video on a loop at the exhibition.
Ze speelden de video in een loop op de tentoonstelling.
Synoniem:
cyclerepetitioncircuit

Werkwoord

1.

lussen, een lus maken

to form (something) into a loop or loops

Voorbeeld:
•
She looped the scarf around her neck.
Ze lusde de sjaal om haar nek.
•
The pilot looped the plane in a daring maneuver.
De piloot maakte een lus met het vliegtuig in een gewaagde manoeuvre.
Synoniem:
coilwindtwistcurl
2.

loopen, herhalen

to perform part of a computer program or a sequence of instructions repeatedly

Voorbeeld:
•
The program will loop until the condition is met.
Het programma zal loopen totdat aan de voorwaarde is voldaan.
•
We need to loop through all the items in the list.
We moeten alle items in de lijst doorlopen.
Synoniem:
iteraterepeatcycle
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord:
feedback loop