Betekenis van het woord on in het Nederlands
Wat betekent on in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
on
US /ɑːn/
UK /ɑːn/

Voorzetsel
1.
2.
op
indicating a day or date
Voorbeeld:
•
The meeting is on Friday.
De vergadering is op vrijdag.
•
Her birthday is on October 20th.
Haar verjaardag is op 20 oktober.
3.
in, op
indicating a state or condition
Voorbeeld:
•
The house is on fire.
Het huis staat in brand.
•
He is on duty.
Hij is in dienst.
Bijwoord
1.
2.
door, verder
continuing in a process or activity
Voorbeeld:
•
Keep on working.
Ga door met werken.
•
The show must go on.
De show moet doorgaan.
Synoniem:
Bijvoeglijk Naamwoord
Leer dit woord op Lingoland